Akkerbouwers zetten akkerranden in tegen wateroverlast
ACHTERGROND
Akkerbouwers rond Kruisland stellen hun akkerranden beschikbaar om het risico van wateroverlast te verkleinen en tegelijk voor de aanleg van de ecologische verbindingszone in het gebied. Ze blijven wel eigenaar van die akkerranden en ontvangen een vergoeding voor de waardedaling van de grond, de aanleg en het onderhoud.
De Kruislandse akkerbouwers hebben sinds 1998 diverse keren te maken gehad met wateroverlast. Dat komt vooral doordat de Kruislandse polder het laagste deel is van het stroomgebied van de kreken. Meestal ontstaat de wateroverlast niet direct na regenbuien, maar pas enkele dagen daarna, als het water naar de polder is gestroomd.
De akkerbouwers zijn de overlast zat. Al jaren pleiten ze bij het waterschap Brabantse Delta voor maatregelen. Tegelijk moet het waterschap nog 6,5 kilometer ecologische verbindingszone (EVZ) aanleggen in het gebied.
Uiteindelijk leidden de discussies tot het project Cruijslandse Kreken en Smalle Beek. Dat ging op 1 april vorig jaar van start, een samenwerking tussen de akkerbouwers, waterschap Brabantse Delta, de gemeenten Steenbergen en Roosendaal, de provincie, Staatsbosbeheer en Brabants Landschap.
Er was vaker overlast dan de cijfers van het waterschap aangaven
Vertrouwenspersoon
In de overleggen over de uitvoering van het project zitten drie boeren, elk namens een deel van het gebied: Toine van Tiggelen, Sander Huijsmans en Jack van Oorschot. De ervaren akkerbouwbestuurder Kees Gommeren heeft een taak als vertrouwenspersoon voor beide partijen. ‘Kees kent heel veel mensen en kan goed met mensen omgaan’, vertelt Van Tiggelen in de kantine op het bedrijf van Gommeren.
Het traject met het waterschap ontstond in 2014 na een bijeenkomst waar het waterschap uitleg gaf over de eerste fase van project Cruijslandse Kreken. Het schap kwam daar met berekeningen over wateroverlast die helemaal niet overeen kwamen met de ervaringen van de akkerbouwers, zegt Gommeren. ‘Er was vaker overlast dan die cijfers aangaven.’
Er ontstond een discussie over wat overlast is. Volgens de boeren is dat als er water vanuit de sloten het land op stroomt. Volgens het waterschap is dat pas als dat water meer dan 48 uur op het land staat. Maar dan is er al veel schade aangericht aan dure teelten, zoals pootaardappelen, bomen en bloembollen.
De drie boeren zijn kritisch over de opstelling die het waterschap toen had. Gommeren: ‘Ze erkenden ons probleem niet.’ Op de bijeenkomst liet het schap ook weten dat er geen geld meer was om de 6,5 kilometer EVZ aan te leggen.
Hydrologen
Er volgden diverse overleggen. Dat was de aanloop naar het project samen met de andere partijen. De boeren brachten ideeën in en het waterschap rekent die nu door. Bij de overleggen zitten hydrologen, ecologen en buitendienstmedewerkers van het schap met de boerenvertegenwoordigers aan tafel.
Ook kwam een gebiedsmakelaar bij de akkerbouwers praten over het benutten van akkerranden voor natuur en/of waterberging. Een deel van de akkerbouwers deed snel mee. Anderen zijn nog niet overtuigd. ‘De meest vooruitstrevende boeren doen het eerst mee’, zegt Van Tiggelen. ‘Maar het hangt er ook van af wat voor grond het is, waar die ligt en hoe groot het risico is op waterschade.’
In de loop van het proces zijn de boerenvertegenwoordigers steeds positiever over het waterschap. Huijsmans: ‘Als je de houding van het waterschap tijdens die eerste avond vergelijkt met nu, dan is dat een groot verschil. Die is veranderd van zeer negatief naar positief.’
Van Tiggelen: ‘Ze hebben goed naar onze knelpunten geluisterd. Ze denken nu supergoed mee en berekenen onze voorstellen goed door.’
Knop om
Volgens Van Tiggelen is het waterschap nu ook alerter, omdat de boeren ‘minder slikken’, na de waterschades in de laatste jaren.
Huijsmans heeft meer begrip gekregen voor het waterschap. ‘Dat wil misschien wel meer, maar wordt vaak belemmerd door regels. De buitendienstmensen zouden meer verantwoordelijkheid moeten krijgen, bijvoorbeeld bij het bepalen van het zomer- en winterpeil en van het moment van uitwateren als er regen op komst is. Als wij daarom vragen zeggen ze: ‘Je hebt gelijk, maar we mogen niet.’ Bij het waterschap moet nog wel een knop om.’
De meeste weerstand ondervinden de boeren nu bij Staatsbosbeheer en het Brabants Landschap. ‘Zij hebben zelf het minste belang bij waterberging op hun terreinen’, zegt Huijsmans. ‘Ze willen daar ook geen gebiedsvreemd water. De gemeenten, het waterschap en wijzelf willen allemaal wel.’
Gommeren is positiever: ‘Alle clubs die om tafel zitten hebben zeker de intentie om eruit te komen.’
De drie boerenvertegenwoordigers zijn het erover eens dat het project kansen biedt voor boeren. ‘We hopen dat iedereen er serieus over nadenkt’, zegt Van Tiggelen. ‘Deze kans moet je niet zo maar voorbij laten gaan. Het zou zonde zijn als dit niet lukt. Wat moeten we dan? Het waterschap doet nu ook zijn uiterste best. Als boeren zeggen: ‘Dit is mijn probleem niet’, dan gebeurt er niets.’
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!