Ontwikkelingen met natte teelten
Paludicultuur, een nieuw woord? Welnee, Nederland kent een rijke historie op het gebied van natte teelten. Denk maar aan de grienden waar wilgentenen en riet geteeld werden, maar ook veenmos, kroosvaren, lisdodde… Geen gangbare teelten in het moderne spectrum, is er potentie?
Welja, zegt Aldert van der Weeren, Hollander van geboorte, maar hij experimenteert met de teelt van lisdodde op zijn bedrijf in de Eiffel, Duitsland. ‘Dit product blijft mij verrassen’, vertelt hij, ’nadat de ganzen de eerste aanplant opgevreten hadden, groeit het nu lekker door. Maar voordat je de naam paludicultuur er aan kunt hangen moet je wel zeker zijn dat het hoofddoel is om koolstof vast te houden in de bodem.’
producten van natte teelten
CO2 vastleggen is een hot item in deze tijd. Peilverhoging wordt vaak als remedie gezien, maar welke functies kan een perceel dan nog dienen? Het is een van de vragen van deze tijd. Water vasthouden voor droge periodes is weer een ander aspect van hetzelfde thema.
We zijn te gast bij een demonstratie van de pilot paludicultuur/natte teelten bij de familie Swinkels te Helmond. Op deze 2e novemberdag hoor je geen klagen over de belangstelling voor het project. Het gaat om een pilot in het kader van het Interregproject Carbon Connects, door Waterschap Aa & Maas, Hogeschool Van Hall Larenstein en de Radboud Universiteit. In Carbon Connects wordt gewerkt aan de vermindering van de CO2-uitstoot vanuit gedraineerde veenbodems door natte, duurzame vormen van landgebruik en introductie van innovatieve bedrijfsmodellen. Aldert werkt aan innovaties in producten van wetlands en aan verbetering van machines voor natte teelten.
Ruwvoer en potgrond
‘In juni kun je de lisdodde oogsten als veevoer,’ vertelt Aldert. ‘Dan is de stengel mals en eiwitrijk, koeien vinden het lekkerder dan mais en de opbrengst is concurrerend.’
Een belangrijke toepassing is de verwerking tot voedingsbodem voor potplanten om potgrond te kunnen vervangen. Fossiele veenpotgrond mag in Engeland al niet meer gebruikt worden, hier zal een verbod niet lang meer op zich laten wachten.
Duurzame bouwmaterialen
Aldert laat zien hoe de vlezige wortel van de lisdodde eetbaar is, we mogen zelfs proeven. Ook laat hij de vezelige structuur van de stengels voelen aan de aanwezigen bij het proefveld van de familie Swinkels. ‘Het is een prachtig product om bouwmaterialen van te maken. Lisdodde legt langdurig koolstof vast en kan producten vervangen die bij de productie veel energie kosten, zoals piepschuim, rockwool en houtvezel. Bouwmaterialen van lisdodde zijn duurzaam, licht, sterk en van nature brandwerend, waterafstotend en schimmelwerend.’
Smakelijke oesterzwammen
Verderop, in de schuur, mogen we alle producten bekijken, maar eerst krijgen we nog een demonstratie van de oesterzwammenkweek op substraat van lisdodde. Bij Verbruggen Paddenstoelen te Erp wordt broed van oesterzwammen geënt in een geperst blok van lisdoddevezels. Terwijl de paddenstoel groeit bouwt ze met haar myceliumdraden een netwerk binnen het blok, waarmee de vezels krachtig verbonden worden tot een samenhangende massa, die van het lisdoddeblok een stapelbaar en belastbaar bouwblok maakt om wanden mee te construeren. ‘En de smaak van de paddenstoelen is zoveel beter dan op koffiedrap!’, weet Aldert.
Oogsten op natte bodem
Wij zijn intussen wel nieuwsgierig hoe de lisdodde geoogst kan worden op die natte bodem. De lisdodde heeft geen hinder van hoge waterstanden waardoor de percelen gerust ingezet kunnen worden voor piekwateropvang. Maar als er geoogst moet worden, dan is de lage draagkracht van de bodem wel een punt van zorg.
Bij de inrichting van het lisdoddeperceel bij de familie ………………. is tevoren peilgestuurde drainage aangelegd. Een pomp op zonneenergie maakt het mogelijk om de waterstand te verhogen, maar ook om het water af te laten. Bij de demonstratie stond er nog een dun laagje water op.
In de Engelse kustgebieden, the wetlands, is al veel ervaring opgedaan met natte teelten. Dus het loont de moeite om eens over de heg te kijken welke technieken daar ontwikkeld zijn. Loonwerkbedrijf Wellink uit Groenlo is daar gaan buurten. Wellink zet speciaal in op bosbeheer met rupsvoertuigen en ‘amphibious equipment’. Met superlicht materieel op rupsbanden beweegt zijn oogstcombinatie gemakkelijk door het drassige land en door de snede juist boven het water af te zetten, direct te hakselen en de pulp in de container te blazen kan de oogst droog binnengehaald worden. Dat is belangrijk voor elke toepassing.