WATERBEHEER VOOR DE KOMENDE JAREN
Artikel van Gerrit Coppens
Water is iets vanzelfsprekend in onze regio. Het komt uit de kraan, het is schoon, je kunt het drinken en je kunt je ermee wassen.
Daarnaast zien we ook het water uit de hemel vallen, in wat voor vorm dan ook. Soms is het verfrissend, vaak ben je het na een tijdje al beu.
De volgende vorm van water dat we kennen is het beekje dat al of dan niet door het landschap kabbelt. De meeste beekjes in onze regio ontstaan als kwelwater; grondwater dat door de aardlagen omhoog komt, en vervolgens kabbelt dat beekje verder naar een groter beekje en uiteindelijk komt het water in riviertjes zoals de Dommel. Dat kwelwater wordt gedurende het traject aangevuld met het eerder genoemde overtollige regenwater.
Teneinde die beekjes in goede banen te leiden zijn in het verleden Waterschappen opgericht. Dat zijn publieke organen, qua status vergelijkbaar met de Gemeentes. Vanuit het waterschap, in ons geval Waterschap de Dommel, worden de beekjes en de riviertjes onderhouden. Ook ziet het waterschap toe op de gemeentes of die hun sloten, die op de beekjes lozen, goed onderhouden. Met goed onderhoud bedoel ik niet enkel het open houden van de sloten, maar het water mag ook niet vervuilen doordat bijvoorbeeld een riool overloopt of drugsafval illegaal in een sloot gedumpt wordt.
Een waterschap wordt evenals een gemeente bestuurd door gekozen bestuurders. Elke stemgerechtigde inwoner in een waterschap gebied kan daartoe zijn/haar stem uitbrengen. Dat betekend ook dat afhankelijk van de politieke kleur van een bestuur doelen herzien worden. In het verleden was er een droge voeten beleid. Genoemde afvoersloten waren breed en recht. Ook de kronkelende beekjes werden vaak wat rechter getrokken zodat het water snel naar zee zou stromen. Dit beleid had tot gevolg dat de diversiteit in een beek of sloot minder werd. Bepaalde planten houden niet van snelstromend water, ook dierlijk leven in het water heeft behoefte aan rustplekken. Dat heeft er toe geleid dat men de laatste jaren beekjes weer laat kronkelen en ook de tijdstippen dat de sloten gemaaid worden, zodat ze plantvrij zijn, zijn aangepast. Hierdoor treedt herstel van diversiteit op en de kempische recreant kan genieten van de nieuwe landschapselementen.
Echter, alle berekeningen en computermodellen ten spijt, deze nieuwe beleidslijn is niet klimaatbestendig. De overvloedige regenval van het afgelopen voorjaar/zomer bracht voor miljoenen aan schade. Door het opnieuw laten kronkelen, meanderen, kon het regenwater niet tijdig door de beekjes afgevoerd worden en verzopen de gewassen op de naast de beekjes gelegen velden. Burgers die vrij dicht tegen een beekje wonen kregen regenwater in de huiskamers kelders liepen vol. En omdat er dan ook nog vermenging plaats vind met rioolwater is het nog goor ook wat je binnen krijgt. Klimatologen voorspellen dat we de komende jaren vaker van dit soort buien krijgen. Tijd dus ook voor bestuur van het waterschap om de bakens te verzetten en hun doelen te herijken. Daartoe gaat het bestuur in overleg met vertegenwoordigers van de bewoners die in de kwetsbare gebieden wonen. Dat zijn uiteraard afgevaardigden vanuit de gemeentes, maar ook het onderwijs voor de verfrissende ideeën, vertegenwoordigers van mensen die daadwerkelijk schade hebben gehad en verenigingen die op platteland actief zijn zoals ZLTO. Ook wij als ANV waren bij een dergelijk overleg.
Er is die middag door het landschap gewandeld, en gebrainstormd met mensen waar je normaal niet mee aan tafel zit. De losse ideeën die uit de diverse gespreksgroepjes kwamen worden gebundeld met resultaten uit andere brainstormsessies in het waterschapgebied en vervolgens heeft het waterschapsbestuur het laatste woord over de ingebrachte punten.
Wat zijn zo de gedachtes die geventileerd werden. We moeten proberen te voorkomen dat wateroverlast enorme schades veroorzaakt. Tegelijkertijd moeten we ook zorgen dat de biodiversiteit verder gestimuleerd wordt. We moeten daarom rond de versteende gebieden waar het regenwater de grond niet in kan opslag creëren. Een soort vennetjes of waterbekkens. Indien er teveel regen komt, wat de sloten niet kunnen verwerken, dan kan dat water in die bekkens opgevangen worden. In drogere periodes kan dat water ook mede gebruikt worden om de gewassen van water te voorzien middels een irrigatie of beregeningssysteem. Lager gelegen percelen zouden ook voor dat doel ingezet kunnen worden. Waterschap kan daartoe met eigenaren afspraken maken, maar omdat Waterschap ook eigen gronden bezit kan er grond geruild worden. Door de huidige mestwetgeving treedt er verschraling van de akkers op. Mestwetgeving is gericht op mineralenbehoefte plant en houd minder rekening met de bodemstructuur. Een humusrijke bodem werkt als spons en houd water vast. We moeten maatregelen bedenken die verschraling van bodem tegen gaan. Mensen wonen graag aan het water, het is leuk een beekje langs de achtertuin. Moeten we dit risico wel willen lopen? Door bouwplannen wat verder van de beek te ontwikkelen mag een beekje overstromen zonder dat de huiskamers blank komen te staan. Vroeger was het normaal dat ook de kempische beekjes ‘uiterwaarden’ hadden. Je ziet het nog terug in de oudere gehuchtjes voor zover ze niet opgeslokt zijn door de dorpen. Vaak lagen ze als een lint op afstand van de beek. Op de uiterwaarden, tussen beek en woonlint, graasde het vee. Aan de andere zijde van de woonlint lagen de zogenaamde bolle akkers waar de akkerbouwgewassen groeiden.